Het toetsen en vergelijken van de leerprestaties van kinderen is noodzakelijk. Het geeft de leerkrachten een indicatie van de mate van verwerking van de leerstof, en zegt iets over eventuele noodzakelijke veranderingen in de manier van lesgeven of lesmateriaal. Daarbij kan hieruit blijken dat bepaalde kinderen extra hulp of uitdaging nodig hebben. Om de resultaten van elk kind nauwkeurig en systematisch te volgen en vast te leggen maakt onze school gebruik van observaties en het CITO-leerlingvolgsysteem. Zo kan worden vastgesteld in hoeverre het kind profiteert van het onderwijs en hoe het zich sociaal-emotioneel ontwikkelt. Het CITO-systeem volgt het kind de gehele schoolperiode en zorgt voor een eenduidige en consistente beoordeling van de ontwikkeling. De toetsen behorend bij de methodes (de zogenaamde ‘methodegebonden’ toetsen) dienen eveneens als signaleringsinstrument. De methodeonafhankelijke signaleringstoetsen worden in de onderstaande, vastgestelde periodes afgenomen.
| Periode |
CITO Spelling gr. 3 t/m 8 | januari / juni |
CITO Rekenen/wiskunde gr. 3 t/m 8 | januari / juni |
CITO Begrijpend lezen gr. 4 | juni |
CITO Begrijpend lezen gr. 5 t/m 7 | januari / juni |
CITO Begrijpend lezen gr. 8 | december / januari |
DMT en AVI toetsen (technisch) lezen gr. 3 t/m 8 | januari / juni |
Kanjer observatielijst/vragenlijst gr.1t/m 8 | november / april |
Eindtoets ROUTE 8 (groep 8) | april |
| |
| |